Onderzoekers Peelbrand concluderen: 'Onvoldoende aandacht voor brandveiligheid in gebied'
De verschillende partijen die onderzoek deden naar de Peelbrand hebben donderdagmiddag hun conclusies gepresenteerd. Uit de onderzoeken blijkt dat de brand zich snel kon verspreiden door de droge begroeiing en lastige weersomstandigheden. Ook is er in het gebied onvoldoende aandacht voor brandveiligheid.
Bij de brand, die in april in de Deurnese Peel tussen Griendtsveen en Deurne woedde, is ruim 700 hectare natuurgebied in vlammen opgegaan. Een onderzoeksteam van Wageningen University & Research heeft gekeken hoe de inrichting en het beheer van de Deurnese Peel de ontwikkeling en bestrijding van de brand hebben beïnvloed. De onderzoekers concluderen dat de lage luchtvochtigheid en de sterke wind een grote rol hebben gespeeld. Het bestrijden van de brand werd bemoeilijkt door de snelheid van de brand en de weersomstandigheden. Ook zorgde de veenondergrond ervoor dat de brandweer sommige plekken moeilijk kon bereiken. "Projecten voor natuurherstel in het gebied zullen het brandrisico naar verwachting verminderen. Deze projecten vernatten het natuurgebied en beperken de hoeveelheid bos", aldus de onderzoekers.
Onvoldoende aandacht
Een onafhankelijke onderzoekscommissie heeft gekeken naar de samenwerking tussen de Gemeente Deurne, Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost en Staatsbosbeheer op het gebied van natuurbrandpreventie. De commissie concludeert dat bij het opstellen van plannen voor natuurgebieden, zoals de Deurnese Peel, onvoldoende aandacht is voor brandveiligheid. Dat geldt zowel bij het bepalen van de natuurdoelstellingen als voor het inrichten en beheren van deze gebieden. Ook moeten de gezamenlijke partijen volgens de commissie de samenwerking versterken op het gebied van preventie van natuurbranden. De brandweer heeft niet vast kunnen stellen waardoor de brand is ontstaan.
Eerste onderzoek
In september werden de resultaten van het eerste onderzoek al gepresenteerd. Daarin is onderzocht hoe de brand is ontstaan en waardoor het vuur zich heeft kunnen verspreiden. Uit dat onderzoek is naar voren gekomen dat afgestorven adelaarsvarens en vliegende deeltjes hierbij een grote rol hebben gespeeld. "De bruine mat met afgestorven adelaarsvarens (varenstro) vormt een luchtig brandstofpakket waar een brand zich snel door kan uitbreiden", zeggen de onderzoekers.
'Kan en moet beter'
De aanbevelingen uit de onderzoeken hebben ook betekenis voor andere natuurgebieden in Nederland. De onderzoekers verwachten dat ons land door klimaatverandering vaker met natuurbranden te maken krijgt. Voorzitter van de onafhankelijke onderzoekscommissie Jan Jaap de Graeff: "Het kan en moet beter om goed voorbereid te zijn op natuurbranden als in de Deurnese Peel." De onderzoekers adviseren om begroeiing beter te beheren om zo te voorkomen dat dit zich als brandstof over de jaren opstapelt. Ook pleiten zij ervoor om gebruik te maken van internationale inzichten voor nieuwe kennis en trainingen in natuurbrandbestrijding.
Laat je reactie achter