Adelaarsvarens en 'vliegvuur' hielpen Peelbrand snel uitbreiden
Het eerste onderzoek naar het ontstaan en verspreiden van de brand in de Deurnesche Peel bij Griendtsveen wijst uit dat afgestorven adelaarsvarens en vliegende deeltjes een grote rol speelden bij de verspreiding van het vuur. Er is geen oorzaak van de brand gevonden.
Gemeente Deurne heeft woensdag de bevindingen van het eerste onderzoek gepresenteerd. Hierin is gekeken naar het ontstaan en verloop van de brand die in april 800 tot 1000 hectare natuurgebied in as legde.
Oorzaak
Het onderzoek heeft geen duidelijkheid over de oorzaak van de brand opgeleverd. Er waren vermoedens dat een stuk glas het vuur aangestoken heeft, omdat het in de buurt van de plek waar het vuur ontstond is gevonden. Die plek is via satellietbeelden getraceerd. Alleen ligt het stukje glas in een verkeerde positie ten opzichte van de zon en kan dat onmogelijk voor brand hebben gezorgd.
Verspreiders
De aanwezigheid van de plant adelaarsvaren heeft volgens de onderzoekers een grote rol gespeeld. "De bruine mat met afgestorven adelaarsvarens (varenstro) vormt een luchtig brandstofpakket waar een brand zich snel door kan uitbreiden." Hiernaast worden brandende deeltjes die zich met de wind verspreiden, zogenaamd vliegvuur, genoemd als belangrijke verspreider van de Peelbrand. Deze deeltjes zouden soms 100 tot 120 meter verderop zijn neergedaald en daar vuur aangewakkerd hebben.
Onderzoeken
De bevindingen van dit eerste onderzoek zijn gedeeld met de brandweer zodat die ervan kan leren. Er lopen nog twee onderzoeken. Een daarvan is een beleidsevaluatie van de samenwerking tussen gemeente, Staatsbosbeheer en de veiligheidsregio. Het derde onderzoek spitst zich toe op de relatie tussen brandveiligheid en het beheer van de natuur in het gebied.
Politie en justitie onderzoeken verder nog altijd de aangifte van mogelijke brandstichting door Staatsbosbeheer. Het is nog niet duidelijk hoe het hiermee staat.
Laat je reactie achter