'Veel te lichte straf' voor opgravers Spitfire-wrak in Meerlo
De taakstraf die de drie mannen kregen die illegaal een oorlogsvliegtuig hebben opgegraven in Meerlo, is 'veel te laag.'
Dat zegt prof. dr. Luc Amkreutz, conservator van de collectie prehistorie van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden en tevens bijzonder hoogleraar aan de faculteit Archeologie van de Universiteit Leiden.
80 tot 100 uur
Eerder deze week kregen de drie mannen die illegaal onderdelen van een Spitfire uit de Tweede Wereldoorlog hebben opgegraven, door de rechtbank een taakstraf opgelegd van 80 tot 100 uur. "Ik kan niet op de stoel van een rechter gaan zitten, maar het is absoluut aan de lage kant. Een hoge boete of een gevangenisstraf had waarschijnlijk een beter signaal afgegeven. Het is natuurlijk niet een bushokje dat je kapot hebt gemaakt. Het is cultureel erfgoed van ons allemaal en daar moet je zorgvuldig mee omgaan."
Graafmachine
Het trio haalde in 2018 in Meerlo een Britse Spitfire zonder vergunning uit de grond. De opgraving gebeurde zonder toestemming van de Britse staat, formeel de eigenaar van het verkenningsvliegtuig van de Royal Air Force (RAF). Bovendien valt de Spitfire volgens de rechter onder bescherming van de erfgoedwet.
Om delen van het vliegtuig uit de grond te halen, gebruikten ze groot materieel zoals een graafmachine. Op de locatie waar het oorlogsvliegtuig in 1944 neerstortte, groeven ze onder meer een put van twee meter diep. Ze gebruikten daarbij een pomp om het grondwater weg te pompen zodat ze dieper konden graven. Ze deden dit zonder het wettelijk vereiste certificaat.
Geen hobbyisten
"Kijk, die mannen zullen er ongetwijfeld interesse in hebben gehad. Maar ze hebben onderdelen die ze opgroeven, ook te koop aangeboden. En dan kan je je afvragen of hun intenties wel juist zijn." Ook de rechter vond dat het trio in Meerlo te ver was gegaan. "Het is zeker niet de bedoeling iedere amateurhistoricus met een metaaldetector tot crimineel te verklaren", verklaarde de officier van justitie tijdens de rechtszitting. "Daarom mag er tot 30 centimeter diep worden gegraven. Maar deze verdachten zijn veel verder gegaan dan hobbyisten met een metaaldetector."
Metaaldetector
Steeds vaker worden er vondsten gedaan door mensen met een metaaldetector. Amkreutz vindt dat ook een goede zaak. "Maar dan moet je je wel aan de regels houden. Dat betekent dat je maximaal 30 cm diep mag zoeken en dat je het officieel meldt als je iets vindt." Amkreutz snapt het probleem van het gebruik van metaaldetectors wel. "Er gaat een piepje af en dan ga je graven. Maar dat is al schadelijk. Want door te graven, haal je de context van het object in de grond al weg. Je moet zoiets óf in de grond laten zitten, óf het moet met grote zorgvuldigheid en met deskundigheid uit de grond worden gehaald. Gelukkig zal hier in de toekomst meer op gehandhaafd worden. En dat is ook goed."
Laat je reactie achter