“Ik kom uit een groot boerengezin. Sport was not done. Thuis was het motto: Je kunt beter werken en geld verdienen. Ik neem het mijn ouders niet kwalijk.” Verstraten zegt dat hij het harde werken van thuis heeft meegenomen naar de sport. “Ik heb daar geleerd hoe je hard moet werken en dat doe ik nu in de sport.”
Zelf ontdekken
Vader Nico heeft de atletieksport zijn dochter Jolanda niet opgedragen. Ze ontdekte het zelf. “Ik had thuis op zolder medailles liggen. Ze ging er spelen en zag de medailles. Ze vroeg of ze die mocht hebben. Ik zei dat ze het zelf moest verdienen. Toen is ze begonnen met rennen. Ze begon een rondje om de rozen te rennen.” Haar vader, eigenaar van een tuincentrum, besloot met haar op 9-jarige leeftijd naar een wedstrijd te gaan in Maasbree. Dat wilde Jolanda graag. “Ik had het die dag druk gehad, dus we kwamen te laat aan bij de start. Toch haalde ze bijna iedereen in en werd ze vierde. Enkele weken later won ze wel.”
Nico werd na het stoppen van haar coach de trainer van zijn dochter. “Uiteindelijk werd ze drie keer Nederlands kampioen op de 3000 meter steeple.”
Slim trainen
“Je moet slim trainen en luisteren naar je lichaam. Als je ouder wordt, verlies je kracht en snelheid. Door te werken in de tuin, kan ik kracht opbouwen. Afhankelijk van mijn werk overdag, bepaal ik wat ik ’s avonds ga doen om te trainen.”
De stip op de horizon voor Nico Verstraten is de halve marathon. Voorlopig stopt Verstraten nog niet. Dit jaar werd hij nog eerste bij de NK indoor masters in Apeldoorn op de 1500 meter.