Dat meldt het AD. Jan Verhagen, de bedenker van de wet die de rijksbijdragen aan gemeenten regelt, wees hierop in een artikel in het vakblad Binnenlands Bestuur. De rijksbijdrage is de grootste inkomstenbron voor gemeenten, zo ook voor Horst aan de Maas, dat dit jaar 77,4 miljoen euro ontvangt, exclusief bijstandsuitkeringen. Ter vergelijking: dit bedrag is ongeveer vijf keer zoveel als de opbrengst uit de onroerendezaakbelasting.
Fouten in inflatieberekening
De hoogte van de rijksbijdrage wordt bepaald op basis van zestig verschillende factoren, zoals het aantal inwoners, huizen, stedelijkheid en welvaart. Daarnaast is de bijdrage gekoppeld aan de verwachte loon- en prijsstijgingen waar gemeenten mee te maken krijgen, gebaseerd op prognoses van het Centraal Planbureau (CPB). In het voorjaar rekende het CPB nog met een inflatie van 4 procent, maar inmiddels is dit bijgesteld naar 5,1 procent. De rijksbijdragen worden echter niet meer aangepast op basis van deze nieuwe inflatieschatting. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) noemt deze ‘mismatch’ een probleem en heeft aangegeven dit bij het Rijk onder de aandacht te brengen. Door de stijgende uitgaven in combinatie met achterblijvende inkomsten worden gemeenten op termijn in financiële problemen gebracht, waarschuwen diverse wethouders.
Stabiel en transparant
Het Centraal Planbureau benadrukt dat het gebruik van de inflatievoorspelling uit het voorjaar een keuze is van de ministeries van Financiën en Binnenlandse Zaken. Het bureau verwacht bovendien dat overschattingen en onderschattingen van de inflatie op de lange termijn tegen elkaar wegvallen. Het ministerie van Financiën verdedigt de gekozen methode als ‘stabiel en transparant’, en wijst erop dat deze methode gemeenten vroeg in het jaar duidelijkheid biedt over hun verwachte inkomsten.