Is er toekomst voor de Limburgse aspergeteler?
Nu robots en andere modernisering hun opkomst maken in de aspergeteelt, slinkt het aantal telers in de bakermat van het witte goud, Grubbenvorst, gestaag.
Het dorp groeide na de Tweede wereldoorlog uit tot hét epicentrum van de aspergeteelt in Limburg. In de gouden jaren waren er wel meer dan honderd telers, nu zijn dat er drie.
Geen opvolging
"Grubbenvorst wordt kleiner", zegt aspergeteler Ton Besouw.
De man is één van de drie laatste telers in het dorp. "Er is geen plek meer voor een aspergebedrijf. De stad Venlo rukt op. Waar vroeger landbouwgrond was, is nu industrieterrein."
"In 1952 was hier zelfs de eerste Nederlandse aspergebeurs in het dorp. Op die plek staan nu huizen."
De aspergeteler heeft geen opvolging voor zijn bedrijf. Dat geldt ook voor de andere twee telers in het Maasdorp.
Robots
Het onlangs opgerichte Aspergegilde Limburg richt het oog op de toekomst. "De teelt gaat duurzamer worden met technische innovaties", legt Gildevoorzitter Jan Linssen uit.
"Uiteindelijk krijgen we robots in het veld om te oogsten. Mensenarbeid zal altijd nodig zijn maar het is kostbaar omdat het werk zo intensief is."
"Het is altijd ingewikkeld. We weten dat Nederlanders niet te porren zijn voor dit oogstwerk", legt Linssen uit. "We kunnen niet zonder arbeidsmigranten maar daar komt wel heel wat bij kijken in regelgeving en huisvesting."
Aspergegilde
Voor de hele agrarische sector geldt dat er steeds minder bedrijven zijn. Maar de ondernemingen groter zijn dan ooit. Het gilde, een samenwerking van ruim 20 aspergetelers, probeert de sector van teler tot toeleverancier onder de paraplu te krijgen. "Het gaat niet alleen meer om promotie en consumptie van het product."
Laat je reactie achter